Levensverhaal van Margaretha Maatje Kole-Zweedijk
<br />
Op 1 december 1927 werd Margaretha Maatje Zweedijk geboren op Marktveld 20 te Kloetinge als oudste dochter van Matheus Jacob Zweedijk en Adriana van de Repe. Op 4 maart 1930 werd het gezin verblijdt met nog een dochter, Neeltje Cornelia. Haar vader was een zorgzame, lieve en zachtaardige man. Haar moeder had een sterk karakter en droeg tot haar 18e jaar de Zeeuwse klederdracht. Ze vond het verschrikkelijk om tijdens perioden van rouw zwarte dracht te dragen. Ze herinnerde haar eigen moeder altijd in het zwart, er was in haar beleving altijd wel iemand om voor te rouwen zo schrijft mijn<br />
moeder over haar ouders in haar levensboek.
<br />
De vroegste herinneringen van mijn moeder gaan terug naar toen ze vier jaar was en naar de kleuterschool ging. Het was een gezellig schooltje waar de moeder leuke dingen maakte, spelletjes deed en samen zong met haar klasgenootjes. In moeders jeugd was er nog televisie of radio waar veel naar geluisterd werd. Ze speelden dan ook vaak spelletjes, zoals domino, dammen of Pim-Pam-Pet.
<br />
In 1934, inmiddels verhuisd, woonde het gezin Zweedijk in de Adriaan Pauwstraat 55 te Delft. Moeder ging hier naar de lagere school, de Prins Willem Barentz School, ze zat er op gymnastiek en haalde er haar zwemdiploma A. Moeder was linkshandig en dat werd niet geaccepteerd dus leerde ze rechts schrijven. Het voordeel was dat ze later zowel links als rechts veel dingen samen kon doen. Moeder had mooi, dik en lang bruin haar. Toen ze haar twee lange vlechten af liet knippen werden deze verwerkt in de bles (dat is het rolletje op het hoofd van de Zeeuwse klederdracht voor de mensen die dit niet weten) van haar tante San.
<br />
In 1939 verhuisde het gezin naar Workum. Haar vader was gevraagd voor de restauratie van de Nederlandse Hervormde kerk en wildedeze opdracht graag uitvoeren. Jan de Meyer, de architect zei altijd tegen haar ouders dat hij zijn dochters moest laten studeren. Dat was niet tegen dovemans oren gezegd. Haar moeder heeft haar beide kinderen altijd gestimuleerd om dit te doen, ook al kostte dit veel geld. Moeder kwam in Workum in de zesde klas van de lagere school. Op die plek staat tegenwoordig het Jopie Huisman Museum. Het was even wennen voor de stadse zusjes in het Friese land. De kinderen<br />
spraken Fries, gelukkig leerden ze het snel en was dit probleem snel opgelost. Vervolgens ging moeder naar de HBS, de Christelijke Kopschool. In de zomer van 1945 ging de school dicht omdat er<br />
gebrek was aan brandstof. In groepjes van vier kregen ze les bij de kinderen thuis. Omdat de Duitsers sport erg belangrijk vonden, kregen ze zwemles in de trekvaart van Workum. In de oorlogsjaren heeft het gezin Zweedijk niet geleden onder voedseltekort. Er was op het platteland in Friesland genoeg eten. Op zondag luisterde het gezin in de oorlog naar Radio Oranje. De radio was verstopt in de rugholte van de divan bij hun thuis. Verschillende evacués uit het Westen werden liefdevol opgevangen bij hen in huis .
<br />
In september 1945 ging moeder naar de Christine Hermine School in Zetten. Moeder ging intern in het internaat wonen en heeft daar prachtige jaren gehad. Het was in die tijd een hele onderneming om van Zetten weer in Workum te komen met openbaar vervoer. Ze kwam alleen met de Kerst-, Paas- en grote vakanties naar huis. Over de opleiding tot huishoudkundige, N19, werd in bepaalde kringen laagdunkend gedacht. ‘Spinazie Academie’ was een term die ze niet kon waarderen. Ze behaalde haar eerste lesbevoegdheid in 1947. Als praktijkopdracht liep ze stage op vier boerderijen.
<br />
Er volgden weer twee jaren in Zetten en moeder haalde op 6 mei 1949 het diploma ‘De Akte van Bekwaamheid voor Nijverheidsonderwijs N 19’. Daar heeft ze haar hele leven veel profijt van gehad. Op 12 mei 1950 is ze gaan werken, eerst heeft ze drie dagen per week in Schoondijke lesgegeven, daarnaast gaf ze twee dagen les aan de vakschool in Goes. In 1952 werd ze gevraagd om directrice te worden in Axel, de directrice daar ging trouwen en dan stopte je als vrouw met werken. Je kunt dat in deze tijden niet meer voor stellen. Ik zeg vaak: ‘In die tijd was het bijzonder als je als vrouw<br />
werkte, nu is het bijzonder als je als vrouw niet werkt'. Tijden veranderen. Omdat de school in Axel niet zo groot was werkte ze ook nog een dag in Kruiningen. Later is ze daar volledig gaan werken.
<br />
In 1950 heeft ze ook Gerard Kole leren kennen, ze waren op de kermis en hij vroeg aan “haar moeder”: ‘Mag ik met je dochter dansen’. “Moeder”zei toen: ‘ Het is mijn nichtje, vraag het haarzelf maar’. Van het een kwam het ander en op 25 augustus 1955 zijn ze in Axel getrouwd. Op 9 november 1958 werd zoon Thijs geboren en op 26 juli 1960 dochter Janny. Moeder was vooruitstrevend, ze bleef werken na haar huwelijk en de geboorte van de kinderen. In 1957 belandde vader in het ziekenhuis voor een zware hartoperatie. Spannende tijden waren dat voor haar, gelukkig was de operatie geslaagd maar het werken daarna op kantoor lukte vader niet echt meer. In 1961 werd besloten dat moeder zou blijven werken en vader thuis zou blijven bij de kinderen. Dat was bijzonder, zelfs raar, maar zelf hebben ze er nooit moeite mee gehad en wij wisten op dat moment niet beter. Dat besef komt pas later. Wanneer moeder op school was zorgde er een kindermeisje voor ons. We konden het erg goed met haar vinden. Willie bleef tot we in 1961 naar Kruiningen verhuisden. Moeder kreeg een volle leraressenbaan aan de Prinses Beatrix school en trad op eigen verzoek weer in vaste dienst.
<br />
Mijn moeder en haar werk op school. Ze heeft genoten van deze tijd, 36 jaar heeft ze in het onderwijs gewerkt. Prachtige jaren waren dat voor haar waarin ze menig meisje heeft geleerd hoe je de huishoudelijke taken uit moet voeren en zo goed voor je gezin kon zorgen. Dat heette toen: ‘Zorg voor woning, kleding en voeding’. Stapels werkstukken nam ze mee naar huis om te corrigeren, ze maakte repetities en examenvragen. Haar motto was altijd: ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, moet je proberen er een kwartje van te maken.’ Ze volgde vele cursussen o.a. de cursus ‘Roldoorbreking in het onderwijs’. Sommige leerlingen werkten hier volop aan mee, maar er waren ook meisjes die zich hiertegen verzetten, dat waren voornamelijk de meisjes uit de traditionele gezinnen. Ook de ouders haalde ze over om hun dochters door te laten leren zodat ze later goed voor zichzelf en kun gezinnen konden<br />
zorgen. Onlangs zei ze nog: ‘Ik heb een mooie tijd gehad op school, toen moesten ze nog niet en wilden ze graag naar school, nu is er de plicht en is de motivatie weg’. Ze was een lieve juf maar verlangde ook dat je serieus je best deed op school. Had je een afspraak met juffrouw Kole dan wist je waar je aan toe was. Misschien op het moment zelf dacht een leerling wel eens: ‘Je bekijkt het maar’ of ‘Nu even niet’. Achteraf was de waardering groot, zo blijkt ook deze dagen.
<br />
Zowel met oud leerlingen als met oud collega’s had ze tot op hoge leeftijd regelmatig contact, het maakt niet uit waar ze woonden. Op school had ze de bijnaam ‘Skippy’, menigeen zal zich deze naam nog kunnen herinneren als ze aan mevrouw Kole denken. Deze naam had ze te danken aan haar slanke benen en het voorover wiebelen tijdens het lesgeven. Moeder heeft vele hoogtepunten gekend in haar carrière en gewerkt op de scholen in Axel, Schoondijke, Terneuzen, Kruiningen en Tholen, ook was ze bij de opening van de nieuwe school in Axel en Kruiningen. De School in Kruiningen was in 1956<br />
zelfs de modernste van Nederland.
Moeder heeft verschillende kookcursussen gegeven, was decaan en had voor iedereen zorg en aandacht. Ze deed haar werk met plezier en passie. In december 1985 is moeder gestopt als lerares. Hoge bloeddruk, de vele veranderingen in het onderwijs, fusies van kleine scholen en lesgeven aan jongens waren voor haar genoeg redenen om het stokje door te geven aan een jonger iemand. Ze heeft er nooit spijt van gehad. Op 29 april 1986 moest ze nog even terugkomen op school met een smoes. De officiële benoeming van Nel Bos tot directrice was reden voor een feestje en daar werd ze voor<br />
uitgenodigd was het verhaal. Ze was totaal overrompeld en blij verrast toen ze zelf in het zonnetje werd gezet. Moeder is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Een grote verrassing en een hele eer maar oprecht verdiend. Ze droeg regelmatig de kleine insigne op haar kleding. Ze was er erg trots op. Na het afscheid van school hebben vader en moeder nog tot januari 1987 in Kruiningen gewoond. Aansluitend hebben ze samen nog tien jaar met veel plezier in Kapelle gewoond en samen veel beleefd. Vader is op 10 april 1997 overleden. Begin 2000 is moeder toen naar Bolsward verhuist. Eerst heeft ze in het oude Heechhout gewoond en in 2004 is ze naar het nieuwe Heechhout gegaan. ‘Ze kreeg zeshoog een prachtig appartement met het mooiste uitzicht van Bolsward’, zei haar huisarts onlangs nog tegen mij. Tot slot ging ze in oktober 2012 naar Woonzorgcentrum Huylckenstein omdat daar meer zorg was.
<br />
Moeder en de ramp van 1953: Op de bekende vraag: ‘waar was je op de dag van de watersnoodramp’ het volgende. Mijn moeder was samen met mijn vader op een feest ter gelegenheid van de 15e verjaardag van prinses Beatrix in de Korenbeurs in Kruiningen. Na afloop zouden ze op de fiets naar opoe Zweedijk in Krabbendijke. Vanwege de harde wind namen ze in plaats van de fiets een taxi en kwamen er zodoende goed aan. ’s Nachts luidden de kerkklokken en vader ging op verkenning, toen kwam het besef van een ramp die haar weerga niet zou kennen. De volgende dag kon moeder niet naar Axel, de boot voer niet. Toen ze er later wel kon komen maakten de leerlingen al baby uitzetjes voor jonge moeders. De huishoudschool in Kruiningen werd in de nacht van 1 februari totaal verwoest en evacueerde naar Wemeldinge. In 1954 werd er begonnen met de bouw van een nieuwe school en precies 3 jaar na de ramp, 1 februari 1956 vond de verhuizing plaats. Meer dan 1800 mensen zijn er tijdens die ramp verdronken. Daaronder vele bekenden maar onder de slachtoffers was geen directe familie. In ditzelfde jaar verhuisden haar ouders van Workum naar Tholen voor weer een nieuwe restauratieopdracht.
<br />
Mijn moeder als moeder: Zoals gezegd hadden Thijs en ik een bijzondere jeugd. Onze moeder werkte en was altijd bezig, actief en behulpzaam. We hadden thuis geen auto dus als we ergens naar toe gingen was dat lopend, op de fiets of met openbaar vervoer. Ze zei altijd: ‘Ik heb nooit auto leren rijden want ik zou voor elke boom stoppen om er achter te kijken, dus dat schiet niet op en daarom ben ik er maar nooit aan begonnen.’ In onze jeugd gingen we wel naar Friesland, logeren bij haar zus in Koudum. Later gingen we met georganiseerde busreizen weg. Vader mocht ook graag reizen en hij zei altijd tegen moeder: ‘Als je thuisblijft ben je toch altijd bezig dus we zoeken iets op waar jij ook iets aan hebt. Geen camping of vakantiepark, dan ben je nog niet vrij.’ Moeder was betrokken bij ons schoolleven maar liet ons vrij in onze keuzes. Zodra het behang versleten was verhuisden we en zo hebben we alle hoeken van Kruiningen wel gezien. We groeiden voorspoedig op en gingen elk onze eigen weg. Thijs is getrouwd met Marleen en heeft twee zonen, Wesley en Davy. Ik woon samen met Henk en wij hebben dochter Vera. Twee kinderen en drie kleinkinderen waar ze trots op was.
<br />
Mijn moeder was geen vrouw die klaagde. Ze heeft altijd hard gewerkt voor haar gezin en ervoor gezorgd dat we niets tekort zijn gekomen. Daarnaast was ze ook een moeder die zich hield aan de drie ‘R-en’, Rust, Reinheid en Regelmaat. Voor mij was ze een groot voorbeeld. Ik had een goede band met haar en het was fijn toen ze in 2000 in Bolsward kwam wonen. Voor Thijs lag dat anders, gelukkig was de telefoon er nog en in de beginjaren ging ze regelmatig op bezoek naar Zeeland. In 2010 is ze er voor het laatst op bezoek geweest. Moeder verbleef bij Thijs om de hoek in het verzorgingshuis. Thijs had de auto ter beschikking en bracht haar naar de vele oude bekenden waar ze nog graag een keer op bezoek wilde gaan. Wat heeft ze van die vakantie genoten, ook voor Thijs was ze weer even dichtbij. De laatste jaren heeft ze veel ingeleverd en veel van haar activiteiten moeten stopzetten omdat de gezondheid ieder jaar minder werd. In de familie was ze geliefd en<br />
betrokken, wie kreeg er geen telefoontje of kaart op zijn verjaardag. Ze ging regelmatig op bezoek en kende zodoende ook veel mensen van de koude kant. Als ze op pad ging nam ze vaak haar breiwerkje mee, stilzitten deed ze eigenlijk nooit. Het was dan ook een grote schok toen ze twee jaar geleden tegen me zei: ‘Ik heb genoeg gebreid’ en rigoureus stopte. Ze heeft nooit meer een breinaald aangeraakt Vanaf die tijd lagen haar handen steeds vaker gevouwen in haar schoot en nam ze van steeds meer activiteiten afscheid. De ene keer was het de kerk waar ze niet meer kon komen, dan weer een vereniging waar ze lid van was en zo brandde haar kaarsje steeds zwakker. Op 30 april j.l is haar zus Nel overleden, die al twee kinderen, Theo en Adriana moest missen en kleinzoon Hendrik jr. Vervolgens is ook een derde zoon van haar zus, Hendrik, onlangs op 10 mei overleden. Mijn moeder had hier ook veel verdriet van. Op 26 mei was ze zo vermoeid dat ze niet meer uit bed kon komen en afgelopen vrijdag 3 juni is ze in het bijzijn van mij, Vera en Henk ingeslapen.
<br />
Mijn moeder; nuchter, lief en op de leeftijd van 88 jaar ook heel kwetsbaar. Ze heeft voor ons de boodschap: ‘Wees lief voor elkaar, maak geen oorlog, als je ruzie hebt, spreek het uit en ga eens wat vaker bij elkaar op visite.’ Ze was klaar met haar aardse leven en zag uit naar de mooie bloementuin die haar in de hemel stond op te wachten.
<br />
‘Ik heb een mooi en rijk leven gehad. Het is mooi geweest, ik kan niet meer. Het is goed zo.’ Waren haar laatste woorden.
Geschreven door haar dochter Janny
Levensverhaal van Margaretha Maatje Kole-Zweedijk
<br />
Op 1 december 1927 werd Margaretha Maatje Zweedijk geboren op Marktveld 20 te Kloetinge als oudste dochter van Matheus Jacob Zweedijk en Adriana van de Repe. Op 4 maart 1930 werd het gezin verblijdt met nog een dochter, Neeltje Cornelia. Haar vader was een zorgzame, lieve en zachtaardige man. Haar moeder had een sterk karakter en droeg tot haar 18e jaar de Zeeuwse klederdracht. Ze vond het verschrikkelijk om tijdens perioden van rouw zwarte dracht te dragen. Ze herinnerde haar eigen moeder altijd in het zwart, er was in haar beleving altijd wel iemand om voor te rouwen zo schrijft mijn<br />
moeder over haar ouders in haar levensboek.
<br />
De vroegste herinneringen van mijn moeder gaan terug naar toen ze vier jaar was en naar de kleuterschool ging. Het was een gezellig schooltje waar de moeder leuke dingen maakte, spelletjes deed en samen zong met haar klasgenootjes. In moeders jeugd was er nog televisie of radio waar veel naar geluisterd werd. Ze speelden dan ook vaak spelletjes, zoals domino, dammen of Pim-Pam-Pet.
<br />
In 1934, inmiddels verhuisd, woonde het gezin Zweedijk in de Adriaan Pauwstraat 55 te Delft. Moeder ging hier naar de lagere school, de Prins Willem Barentz School, ze zat er op gymnastiek en haalde er haar zwemdiploma A. Moeder was linkshandig en dat werd niet geaccepteerd dus leerde ze rechts schrijven. Het voordeel was dat ze later zowel links als rechts veel dingen samen kon doen. Moeder had mooi, dik en lang bruin haar. Toen ze haar twee lange vlechten af liet knippen werden deze verwerkt in de bles (dat is het rolletje op het hoofd van de Zeeuwse klederdracht voor de mensen die dit niet weten) van haar tante San.
<br />
In 1939 verhuisde het gezin naar Workum. Haar vader was gevraagd voor de restauratie van de Nederlandse Hervormde kerk en wildedeze opdracht graag uitvoeren. Jan de Meyer, de architect zei altijd tegen haar ouders dat hij zijn dochters moest laten studeren. Dat was niet tegen dovemans oren gezegd. Haar moeder heeft haar beide kinderen altijd gestimuleerd om dit te doen, ook al kostte dit veel geld. Moeder kwam in Workum in de zesde klas van de lagere school. Op die plek staat tegenwoordig het Jopie Huisman Museum. Het was even wennen voor de stadse zusjes in het Friese land. De kinderen<br />
spraken Fries, gelukkig leerden ze het snel en was dit probleem snel opgelost. Vervolgens ging moeder naar de HBS, de Christelijke Kopschool. In de zomer van 1945 ging de school dicht omdat er<br />
gebrek was aan brandstof. In groepjes van vier kregen ze les bij de kinderen thuis. Omdat de Duitsers sport erg belangrijk vonden, kregen ze zwemles in de trekvaart van Workum. In de oorlogsjaren heeft het gezin Zweedijk niet geleden onder voedseltekort. Er was op het platteland in Friesland genoeg eten. Op zondag luisterde het gezin in de oorlog naar Radio Oranje. De radio was verstopt in de rugholte van de divan bij hun thuis. Verschillende evacués uit het Westen werden liefdevol opgevangen bij hen in huis .
<br />
In september 1945 ging moeder naar de Christine Hermine School in Zetten. Moeder ging intern in het internaat wonen en heeft daar prachtige jaren gehad. Het was in die tijd een hele onderneming om van Zetten weer in Workum te komen met openbaar vervoer. Ze kwam alleen met de Kerst-, Paas- en grote vakanties naar huis. Over de opleiding tot huishoudkundige, N19, werd in bepaalde kringen laagdunkend gedacht. ‘Spinazie Academie’ was een term die ze niet kon waarderen. Ze behaalde haar eerste lesbevoegdheid in 1947. Als praktijkopdracht liep ze stage op vier boerderijen.
<br />
Er volgden weer twee jaren in Zetten en moeder haalde op 6 mei 1949 het diploma ‘De Akte van Bekwaamheid voor Nijverheidsonderwijs N 19’. Daar heeft ze haar hele leven veel profijt van gehad. Op 12 mei 1950 is ze gaan werken, eerst heeft ze drie dagen per week in Schoondijke lesgegeven, daarnaast gaf ze twee dagen les aan de vakschool in Goes. In 1952 werd ze gevraagd om directrice te worden in Axel, de directrice daar ging trouwen en dan stopte je als vrouw met werken. Je kunt dat in deze tijden niet meer voor stellen. Ik zeg vaak: ‘In die tijd was het bijzonder als je als vrouw<br />
werkte, nu is het bijzonder als je als vrouw niet werkt'. Tijden veranderen. Omdat de school in Axel niet zo groot was werkte ze ook nog een dag in Kruiningen. Later is ze daar volledig gaan werken.
<br />
In 1950 heeft ze ook Gerard Kole leren kennen, ze waren op de kermis en hij vroeg aan “haar moeder”: ‘Mag ik met je dochter dansen’. “Moeder”zei toen: ‘ Het is mijn nichtje, vraag het haarzelf maar’. Van het een kwam het ander en op 25 augustus 1955 zijn ze in Axel getrouwd. Op 9 november 1958 werd zoon Thijs geboren en op 26 juli 1960 dochter Janny. Moeder was vooruitstrevend, ze bleef werken na haar huwelijk en de geboorte van de kinderen. In 1957 belandde vader in het ziekenhuis voor een zware hartoperatie. Spannende tijden waren dat voor haar, gelukkig was de operatie geslaagd maar het werken daarna op kantoor lukte vader niet echt meer. In 1961 werd besloten dat moeder zou blijven werken en vader thuis zou blijven bij de kinderen. Dat was bijzonder, zelfs raar, maar zelf hebben ze er nooit moeite mee gehad en wij wisten op dat moment niet beter. Dat besef komt pas later. Wanneer moeder op school was zorgde er een kindermeisje voor ons. We konden het erg goed met haar vinden. Willie bleef tot we in 1961 naar Kruiningen verhuisden. Moeder kreeg een volle leraressenbaan aan de Prinses Beatrix school en trad op eigen verzoek weer in vaste dienst.
<br />
Mijn moeder en haar werk op school. Ze heeft genoten van deze tijd, 36 jaar heeft ze in het onderwijs gewerkt. Prachtige jaren waren dat voor haar waarin ze menig meisje heeft geleerd hoe je de huishoudelijke taken uit moet voeren en zo goed voor je gezin kon zorgen. Dat heette toen: ‘Zorg voor woning, kleding en voeding’. Stapels werkstukken nam ze mee naar huis om te corrigeren, ze maakte repetities en examenvragen. Haar motto was altijd: ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, moet je proberen er een kwartje van te maken.’ Ze volgde vele cursussen o.a. de cursus ‘Roldoorbreking in het onderwijs’. Sommige leerlingen werkten hier volop aan mee, maar er waren ook meisjes die zich hiertegen verzetten, dat waren voornamelijk de meisjes uit de traditionele gezinnen. Ook de ouders haalde ze over om hun dochters door te laten leren zodat ze later goed voor zichzelf en kun gezinnen konden<br />
zorgen. Onlangs zei ze nog: ‘Ik heb een mooie tijd gehad op school, toen moesten ze nog niet en wilden ze graag naar school, nu is er de plicht en is de motivatie weg’. Ze was een lieve juf maar verlangde ook dat je serieus je best deed op school. Had je een afspraak met juffrouw Kole dan wist je waar je aan toe was. Misschien op het moment zelf dacht een leerling wel eens: ‘Je bekijkt het maar’ of ‘Nu even niet’. Achteraf was de waardering groot, zo blijkt ook deze dagen.
<br />
Zowel met oud leerlingen als met oud collega’s had ze tot op hoge leeftijd regelmatig contact, het maakt niet uit waar ze woonden. Op school had ze de bijnaam ‘Skippy’, menigeen zal zich deze naam nog kunnen herinneren als ze aan mevrouw Kole denken. Deze naam had ze te danken aan haar slanke benen en het voorover wiebelen tijdens het lesgeven. Moeder heeft vele hoogtepunten gekend in haar carrière en gewerkt op de scholen in Axel, Schoondijke, Terneuzen, Kruiningen en Tholen, ook was ze bij de opening van de nieuwe school in Axel en Kruiningen. De School in Kruiningen was in 1956<br />
zelfs de modernste van Nederland.
Moeder heeft verschillende kookcursussen gegeven, was decaan en had voor iedereen zorg en aandacht. Ze deed haar werk met plezier en passie. In december 1985 is moeder gestopt als lerares. Hoge bloeddruk, de vele veranderingen in het onderwijs, fusies van kleine scholen en lesgeven aan jongens waren voor haar genoeg redenen om het stokje door te geven aan een jonger iemand. Ze heeft er nooit spijt van gehad. Op 29 april 1986 moest ze nog even terugkomen op school met een smoes. De officiële benoeming van Nel Bos tot directrice was reden voor een feestje en daar werd ze voor<br />
uitgenodigd was het verhaal. Ze was totaal overrompeld en blij verrast toen ze zelf in het zonnetje werd gezet. Moeder is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Een grote verrassing en een hele eer maar oprecht verdiend. Ze droeg regelmatig de kleine insigne op haar kleding. Ze was er erg trots op. Na het afscheid van school hebben vader en moeder nog tot januari 1987 in Kruiningen gewoond. Aansluitend hebben ze samen nog tien jaar met veel plezier in Kapelle gewoond en samen veel beleefd. Vader is op 10 april 1997 overleden. Begin 2000 is moeder toen naar Bolsward verhuist. Eerst heeft ze in het oude Heechhout gewoond en in 2004 is ze naar het nieuwe Heechhout gegaan. ‘Ze kreeg zeshoog een prachtig appartement met het mooiste uitzicht van Bolsward’, zei haar huisarts onlangs nog tegen mij. Tot slot ging ze in oktober 2012 naar Woonzorgcentrum Huylckenstein omdat daar meer zorg was.
<br />
Moeder en de ramp van 1953: Op de bekende vraag: ‘waar was je op de dag van de watersnoodramp’ het volgende. Mijn moeder was samen met mijn vader op een feest ter gelegenheid van de 15e verjaardag van prinses Beatrix in de Korenbeurs in Kruiningen. Na afloop zouden ze op de fiets naar opoe Zweedijk in Krabbendijke. Vanwege de harde wind namen ze in plaats van de fiets een taxi en kwamen er zodoende goed aan. ’s Nachts luidden de kerkklokken en vader ging op verkenning, toen kwam het besef van een ramp die haar weerga niet zou kennen. De volgende dag kon moeder niet naar Axel, de boot voer niet. Toen ze er later wel kon komen maakten de leerlingen al baby uitzetjes voor jonge moeders. De huishoudschool in Kruiningen werd in de nacht van 1 februari totaal verwoest en evacueerde naar Wemeldinge. In 1954 werd er begonnen met de bouw van een nieuwe school en precies 3 jaar na de ramp, 1 februari 1956 vond de verhuizing plaats. Meer dan 1800 mensen zijn er tijdens die ramp verdronken. Daaronder vele bekenden maar onder de slachtoffers was geen directe familie. In ditzelfde jaar verhuisden haar ouders van Workum naar Tholen voor weer een nieuwe restauratieopdracht.
<br />
Mijn moeder als moeder: Zoals gezegd hadden Thijs en ik een bijzondere jeugd. Onze moeder werkte en was altijd bezig, actief en behulpzaam. We hadden thuis geen auto dus als we ergens naar toe gingen was dat lopend, op de fiets of met openbaar vervoer. Ze zei altijd: ‘Ik heb nooit auto leren rijden want ik zou voor elke boom stoppen om er achter te kijken, dus dat schiet niet op en daarom ben ik er maar nooit aan begonnen.’ In onze jeugd gingen we wel naar Friesland, logeren bij haar zus in Koudum. Later gingen we met georganiseerde busreizen weg. Vader mocht ook graag reizen en hij zei altijd tegen moeder: ‘Als je thuisblijft ben je toch altijd bezig dus we zoeken iets op waar jij ook iets aan hebt. Geen camping of vakantiepark, dan ben je nog niet vrij.’ Moeder was betrokken bij ons schoolleven maar liet ons vrij in onze keuzes. Zodra het behang versleten was verhuisden we en zo hebben we alle hoeken van Kruiningen wel gezien. We groeiden voorspoedig op en gingen elk onze eigen weg. Thijs is getrouwd met Marleen en heeft twee zonen, Wesley en Davy. Ik woon samen met Henk en wij hebben dochter Vera. Twee kinderen en drie kleinkinderen waar ze trots op was.
<br />
Mijn moeder was geen vrouw die klaagde. Ze heeft altijd hard gewerkt voor haar gezin en ervoor gezorgd dat we niets tekort zijn gekomen. Daarnaast was ze ook een moeder die zich hield aan de drie ‘R-en’, Rust, Reinheid en Regelmaat. Voor mij was ze een groot voorbeeld. Ik had een goede band met haar en het was fijn toen ze in 2000 in Bolsward kwam wonen. Voor Thijs lag dat anders, gelukkig was de telefoon er nog en in de beginjaren ging ze regelmatig op bezoek naar Zeeland. In 2010 is ze er voor het laatst op bezoek geweest. Moeder verbleef bij Thijs om de hoek in het verzorgingshuis. Thijs had de auto ter beschikking en bracht haar naar de vele oude bekenden waar ze nog graag een keer op bezoek wilde gaan. Wat heeft ze van die vakantie genoten, ook voor Thijs was ze weer even dichtbij. De laatste jaren heeft ze veel ingeleverd en veel van haar activiteiten moeten stopzetten omdat de gezondheid ieder jaar minder werd. In de familie was ze geliefd en<br />
betrokken, wie kreeg er geen telefoontje of kaart op zijn verjaardag. Ze ging regelmatig op bezoek en kende zodoende ook veel mensen van de koude kant. Als ze op pad ging nam ze vaak haar breiwerkje mee, stilzitten deed ze eigenlijk nooit. Het was dan ook een grote schok toen ze twee jaar geleden tegen me zei: ‘Ik heb genoeg gebreid’ en rigoureus stopte. Ze heeft nooit meer een breinaald aangeraakt Vanaf die tijd lagen haar handen steeds vaker gevouwen in haar schoot en nam ze van steeds meer activiteiten afscheid. De ene keer was het de kerk waar ze niet meer kon komen, dan weer een vereniging waar ze lid van was en zo brandde haar kaarsje steeds zwakker. Op 30 april j.l is haar zus Nel overleden, die al twee kinderen, Theo en Adriana moest missen en kleinzoon Hendrik jr. Vervolgens is ook een derde zoon van haar zus, Hendrik, onlangs op 10 mei overleden. Mijn moeder had hier ook veel verdriet van. Op 26 mei was ze zo vermoeid dat ze niet meer uit bed kon komen en afgelopen vrijdag 3 juni is ze in het bijzijn van mij, Vera en Henk ingeslapen.
<br />
Mijn moeder; nuchter, lief en op de leeftijd van 88 jaar ook heel kwetsbaar. Ze heeft voor ons de boodschap: ‘Wees lief voor elkaar, maak geen oorlog, als je ruzie hebt, spreek het uit en ga eens wat vaker bij elkaar op visite.’ Ze was klaar met haar aardse leven en zag uit naar de mooie bloementuin die haar in de hemel stond op te wachten.
<br />
‘Ik heb een mooi en rijk leven gehad. Het is mooi geweest, ik kan niet meer. Het is goed zo.’ Waren haar laatste woorden.
Geschreven door haar dochter Janny
Levensverhaal van Margaretha Maatje Kole-Zweedijk
<br />
Op 1 december 1927 werd Margaretha Maatje Zweedijk geboren op Marktveld 20 te Kloetinge als oudste dochter van Matheus Jacob Zweedijk en Adriana van de Repe. Op 4 maart 1930 werd het gezin verblijdt met nog een dochter, Neeltje Cornelia. Haar vader was een zorgzame, lieve en zachtaardige man. Haar moeder had een sterk karakter en droeg tot haar 18e jaar de Zeeuwse klederdracht. Ze vond het verschrikkelijk om tijdens perioden van rouw zwarte dracht te dragen. Ze herinnerde haar eigen moeder altijd in het zwart, er was in haar beleving altijd wel iemand om voor te rouwen zo schrijft mijn<br />
moeder over haar ouders in haar levensboek.
<br />
De vroegste herinneringen van mijn moeder gaan terug naar toen ze vier jaar was en naar de kleuterschool ging. Het was een gezellig schooltje waar de moeder leuke dingen maakte, spelletjes deed en samen zong met haar klasgenootjes. In moeders jeugd was er nog televisie of radio waar veel naar geluisterd werd. Ze speelden dan ook vaak spelletjes, zoals domino, dammen of Pim-Pam-Pet.
<br />
In 1934, inmiddels verhuisd, woonde het gezin Zweedijk in de Adriaan Pauwstraat 55 te Delft. Moeder ging hier naar de lagere school, de Prins Willem Barentz School, ze zat er op gymnastiek en haalde er haar zwemdiploma A. Moeder was linkshandig en dat werd niet geaccepteerd dus leerde ze rechts schrijven. Het voordeel was dat ze later zowel links als rechts veel dingen samen kon doen. Moeder had mooi, dik en lang bruin haar. Toen ze haar twee lange vlechten af liet knippen werden deze verwerkt in de bles (dat is het rolletje op het hoofd van de Zeeuwse klederdracht voor de mensen die dit niet weten) van haar tante San.
<br />
In 1939 verhuisde het gezin naar Workum. Haar vader was gevraagd voor de restauratie van de Nederlandse Hervormde kerk en wildedeze opdracht graag uitvoeren. Jan de Meyer, de architect zei altijd tegen haar ouders dat hij zijn dochters moest laten studeren. Dat was niet tegen dovemans oren gezegd. Haar moeder heeft haar beide kinderen altijd gestimuleerd om dit te doen, ook al kostte dit veel geld. Moeder kwam in Workum in de zesde klas van de lagere school. Op die plek staat tegenwoordig het Jopie Huisman Museum. Het was even wennen voor de stadse zusjes in het Friese land. De kinderen<br />
spraken Fries, gelukkig leerden ze het snel en was dit probleem snel opgelost. Vervolgens ging moeder naar de HBS, de Christelijke Kopschool. In de zomer van 1945 ging de school dicht omdat er<br />
gebrek was aan brandstof. In groepjes van vier kregen ze les bij de kinderen thuis. Omdat de Duitsers sport erg belangrijk vonden, kregen ze zwemles in de trekvaart van Workum. In de oorlogsjaren heeft het gezin Zweedijk niet geleden onder voedseltekort. Er was op het platteland in Friesland genoeg eten. Op zondag luisterde het gezin in de oorlog naar Radio Oranje. De radio was verstopt in de rugholte van de divan bij hun thuis. Verschillende evacués uit het Westen werden liefdevol opgevangen bij hen in huis .
<br />
In september 1945 ging moeder naar de Christine Hermine School in Zetten. Moeder ging intern in het internaat wonen en heeft daar prachtige jaren gehad. Het was in die tijd een hele onderneming om van Zetten weer in Workum te komen met openbaar vervoer. Ze kwam alleen met de Kerst-, Paas- en grote vakanties naar huis. Over de opleiding tot huishoudkundige, N19, werd in bepaalde kringen laagdunkend gedacht. ‘Spinazie Academie’ was een term die ze niet kon waarderen. Ze behaalde haar eerste lesbevoegdheid in 1947. Als praktijkopdracht liep ze stage op vier boerderijen.
<br />
Er volgden weer twee jaren in Zetten en moeder haalde op 6 mei 1949 het diploma ‘De Akte van Bekwaamheid voor Nijverheidsonderwijs N 19’. Daar heeft ze haar hele leven veel profijt van gehad. Op 12 mei 1950 is ze gaan werken, eerst heeft ze drie dagen per week in Schoondijke lesgegeven, daarnaast gaf ze twee dagen les aan de vakschool in Goes. In 1952 werd ze gevraagd om directrice te worden in Axel, de directrice daar ging trouwen en dan stopte je als vrouw met werken. Je kunt dat in deze tijden niet meer voor stellen. Ik zeg vaak: ‘In die tijd was het bijzonder als je als vrouw<br />
werkte, nu is het bijzonder als je als vrouw niet werkt'. Tijden veranderen. Omdat de school in Axel niet zo groot was werkte ze ook nog een dag in Kruiningen. Later is ze daar volledig gaan werken.
<br />
In 1950 heeft ze ook Gerard Kole leren kennen, ze waren op de kermis en hij vroeg aan “haar moeder”: ‘Mag ik met je dochter dansen’. “Moeder”zei toen: ‘ Het is mijn nichtje, vraag het haarzelf maar’. Van het een kwam het ander en op 25 augustus 1955 zijn ze in Axel getrouwd. Op 9 november 1958 werd zoon Thijs geboren en op 26 juli 1960 dochter Janny. Moeder was vooruitstrevend, ze bleef werken na haar huwelijk en de geboorte van de kinderen. In 1957 belandde vader in het ziekenhuis voor een zware hartoperatie. Spannende tijden waren dat voor haar, gelukkig was de operatie geslaagd maar het werken daarna op kantoor lukte vader niet echt meer. In 1961 werd besloten dat moeder zou blijven werken en vader thuis zou blijven bij de kinderen. Dat was bijzonder, zelfs raar, maar zelf hebben ze er nooit moeite mee gehad en wij wisten op dat moment niet beter. Dat besef komt pas later. Wanneer moeder op school was zorgde er een kindermeisje voor ons. We konden het erg goed met haar vinden. Willie bleef tot we in 1961 naar Kruiningen verhuisden. Moeder kreeg een volle leraressenbaan aan de Prinses Beatrix school en trad op eigen verzoek weer in vaste dienst.
<br />
Mijn moeder en haar werk op school. Ze heeft genoten van deze tijd, 36 jaar heeft ze in het onderwijs gewerkt. Prachtige jaren waren dat voor haar waarin ze menig meisje heeft geleerd hoe je de huishoudelijke taken uit moet voeren en zo goed voor je gezin kon zorgen. Dat heette toen: ‘Zorg voor woning, kleding en voeding’. Stapels werkstukken nam ze mee naar huis om te corrigeren, ze maakte repetities en examenvragen. Haar motto was altijd: ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, moet je proberen er een kwartje van te maken.’ Ze volgde vele cursussen o.a. de cursus ‘Roldoorbreking in het onderwijs’. Sommige leerlingen werkten hier volop aan mee, maar er waren ook meisjes die zich hiertegen verzetten, dat waren voornamelijk de meisjes uit de traditionele gezinnen. Ook de ouders haalde ze over om hun dochters door te laten leren zodat ze later goed voor zichzelf en kun gezinnen konden<br />
zorgen. Onlangs zei ze nog: ‘Ik heb een mooie tijd gehad op school, toen moesten ze nog niet en wilden ze graag naar school, nu is er de plicht en is de motivatie weg’. Ze was een lieve juf maar verlangde ook dat je serieus je best deed op school. Had je een afspraak met juffrouw Kole dan wist je waar je aan toe was. Misschien op het moment zelf dacht een leerling wel eens: ‘Je bekijkt het maar’ of ‘Nu even niet’. Achteraf was de waardering groot, zo blijkt ook deze dagen.
<br />
Zowel met oud leerlingen als met oud collega’s had ze tot op hoge leeftijd regelmatig contact, het maakt niet uit waar ze woonden. Op school had ze de bijnaam ‘Skippy’, menigeen zal zich deze naam nog kunnen herinneren als ze aan mevrouw Kole denken. Deze naam had ze te danken aan haar slanke benen en het voorover wiebelen tijdens het lesgeven. Moeder heeft vele hoogtepunten gekend in haar carrière en gewerkt op de scholen in Axel, Schoondijke, Terneuzen, Kruiningen en Tholen, ook was ze bij de opening van de nieuwe school in Axel en Kruiningen. De School in Kruiningen was in 1956<br />
zelfs de modernste van Nederland.
Moeder heeft verschillende kookcursussen gegeven, was decaan en had voor iedereen zorg en aandacht. Ze deed haar werk met plezier en passie. In december 1985 is moeder gestopt als lerares. Hoge bloeddruk, de vele veranderingen in het onderwijs, fusies van kleine scholen en lesgeven aan jongens waren voor haar genoeg redenen om het stokje door te geven aan een jonger iemand. Ze heeft er nooit spijt van gehad. Op 29 april 1986 moest ze nog even terugkomen op school met een smoes. De officiële benoeming van Nel Bos tot directrice was reden voor een feestje en daar werd ze voor<br />
uitgenodigd was het verhaal. Ze was totaal overrompeld en blij verrast toen ze zelf in het zonnetje werd gezet. Moeder is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Een grote verrassing en een hele eer maar oprecht verdiend. Ze droeg regelmatig de kleine insigne op haar kleding. Ze was er erg trots op. Na het afscheid van school hebben vader en moeder nog tot januari 1987 in Kruiningen gewoond. Aansluitend hebben ze samen nog tien jaar met veel plezier in Kapelle gewoond en samen veel beleefd. Vader is op 10 april 1997 overleden. Begin 2000 is moeder toen naar Bolsward verhuist. Eerst heeft ze in het oude Heechhout gewoond en in 2004 is ze naar het nieuwe Heechhout gegaan. ‘Ze kreeg zeshoog een prachtig appartement met het mooiste uitzicht van Bolsward’, zei haar huisarts onlangs nog tegen mij. Tot slot ging ze in oktober 2012 naar Woonzorgcentrum Huylckenstein omdat daar meer zorg was.
<br />
Moeder en de ramp van 1953: Op de bekende vraag: ‘waar was je op de dag van de watersnoodramp’ het volgende. Mijn moeder was samen met mijn vader op een feest ter gelegenheid van de 15e verjaardag van prinses Beatrix in de Korenbeurs in Kruiningen. Na afloop zouden ze op de fiets naar opoe Zweedijk in Krabbendijke. Vanwege de harde wind namen ze in plaats van de fiets een taxi en kwamen er zodoende goed aan. ’s Nachts luidden de kerkklokken en vader ging op verkenning, toen kwam het besef van een ramp die haar weerga niet zou kennen. De volgende dag kon moeder niet naar Axel, de boot voer niet. Toen ze er later wel kon komen maakten de leerlingen al baby uitzetjes voor jonge moeders. De huishoudschool in Kruiningen werd in de nacht van 1 februari totaal verwoest en evacueerde naar Wemeldinge. In 1954 werd er begonnen met de bouw van een nieuwe school en precies 3 jaar na de ramp, 1 februari 1956 vond de verhuizing plaats. Meer dan 1800 mensen zijn er tijdens die ramp verdronken. Daaronder vele bekenden maar onder de slachtoffers was geen directe familie. In ditzelfde jaar verhuisden haar ouders van Workum naar Tholen voor weer een nieuwe restauratieopdracht.
<br />
Mijn moeder als moeder: Zoals gezegd hadden Thijs en ik een bijzondere jeugd. Onze moeder werkte en was altijd bezig, actief en behulpzaam. We hadden thuis geen auto dus als we ergens naar toe gingen was dat lopend, op de fiets of met openbaar vervoer. Ze zei altijd: ‘Ik heb nooit auto leren rijden want ik zou voor elke boom stoppen om er achter te kijken, dus dat schiet niet op en daarom ben ik er maar nooit aan begonnen.’ In onze jeugd gingen we wel naar Friesland, logeren bij haar zus in Koudum. Later gingen we met georganiseerde busreizen weg. Vader mocht ook graag reizen en hij zei altijd tegen moeder: ‘Als je thuisblijft ben je toch altijd bezig dus we zoeken iets op waar jij ook iets aan hebt. Geen camping of vakantiepark, dan ben je nog niet vrij.’ Moeder was betrokken bij ons schoolleven maar liet ons vrij in onze keuzes. Zodra het behang versleten was verhuisden we en zo hebben we alle hoeken van Kruiningen wel gezien. We groeiden voorspoedig op en gingen elk onze eigen weg. Thijs is getrouwd met Marleen en heeft twee zonen, Wesley en Davy. Ik woon samen met Henk en wij hebben dochter Vera. Twee kinderen en drie kleinkinderen waar ze trots op was.
<br />
Mijn moeder was geen vrouw die klaagde. Ze heeft altijd hard gewerkt voor haar gezin en ervoor gezorgd dat we niets tekort zijn gekomen. Daarnaast was ze ook een moeder die zich hield aan de drie ‘R-en’, Rust, Reinheid en Regelmaat. Voor mij was ze een groot voorbeeld. Ik had een goede band met haar en het was fijn toen ze in 2000 in Bolsward kwam wonen. Voor Thijs lag dat anders, gelukkig was de telefoon er nog en in de beginjaren ging ze regelmatig op bezoek naar Zeeland. In 2010 is ze er voor het laatst op bezoek geweest. Moeder verbleef bij Thijs om de hoek in het verzorgingshuis. Thijs had de auto ter beschikking en bracht haar naar de vele oude bekenden waar ze nog graag een keer op bezoek wilde gaan. Wat heeft ze van die vakantie genoten, ook voor Thijs was ze weer even dichtbij. De laatste jaren heeft ze veel ingeleverd en veel van haar activiteiten moeten stopzetten omdat de gezondheid ieder jaar minder werd. In de familie was ze geliefd en<br />
betrokken, wie kreeg er geen telefoontje of kaart op zijn verjaardag. Ze ging regelmatig op bezoek en kende zodoende ook veel mensen van de koude kant. Als ze op pad ging nam ze vaak haar breiwerkje mee, stilzitten deed ze eigenlijk nooit. Het was dan ook een grote schok toen ze twee jaar geleden tegen me zei: ‘Ik heb genoeg gebreid’ en rigoureus stopte. Ze heeft nooit meer een breinaald aangeraakt Vanaf die tijd lagen haar handen steeds vaker gevouwen in haar schoot en nam ze van steeds meer activiteiten afscheid. De ene keer was het de kerk waar ze niet meer kon komen, dan weer een vereniging waar ze lid van was en zo brandde haar kaarsje steeds zwakker. Op 30 april j.l is haar zus Nel overleden, die al twee kinderen, Theo en Adriana moest missen en kleinzoon Hendrik jr. Vervolgens is ook een derde zoon van haar zus, Hendrik, onlangs op 10 mei overleden. Mijn moeder had hier ook veel verdriet van. Op 26 mei was ze zo vermoeid dat ze niet meer uit bed kon komen en afgelopen vrijdag 3 juni is ze in het bijzijn van mij, Vera en Henk ingeslapen.
<br />
Mijn moeder; nuchter, lief en op de leeftijd van 88 jaar ook heel kwetsbaar. Ze heeft voor ons de boodschap: ‘Wees lief voor elkaar, maak geen oorlog, als je ruzie hebt, spreek het uit en ga eens wat vaker bij elkaar op visite.’ Ze was klaar met haar aardse leven en zag uit naar de mooie bloementuin die haar in de hemel stond op te wachten.
<br />
‘Ik heb een mooi en rijk leven gehad. Het is mooi geweest, ik kan niet meer. Het is goed zo.’ Waren haar laatste woorden.
Geschreven door haar dochter Janny
Levensverhaal van Margaretha Maatje Kole-Zweedijk
<br />
Op 1 december 1927 werd Margaretha Maatje Zweedijk geboren op Marktveld 20 te Kloetinge als oudste dochter van Matheus Jacob Zweedijk en Adriana van de Repe. Op 4 maart 1930 werd het gezin verblijdt met nog een dochter, Neeltje Cornelia. Haar vader was een zorgzame, lieve en zachtaardige man. Haar moeder had een sterk karakter en droeg tot haar 18e jaar de Zeeuwse klederdracht. Ze vond het verschrikkelijk om tijdens perioden van rouw zwarte dracht te dragen. Ze herinnerde haar eigen moeder altijd in het zwart, er was in haar beleving altijd wel iemand om voor te rouwen zo schrijft mijn<br />
moeder over haar ouders in haar levensboek.
<br />
De vroegste herinneringen van mijn moeder gaan terug naar toen ze vier jaar was en naar de kleuterschool ging. Het was een gezellig schooltje waar de moeder leuke dingen maakte, spelletjes deed en samen zong met haar klasgenootjes. In moeders jeugd was er nog televisie of radio waar veel naar geluisterd werd. Ze speelden dan ook vaak spelletjes, zoals domino, dammen of Pim-Pam-Pet.
<br />
In 1934, inmiddels verhuisd, woonde het gezin Zweedijk in de Adriaan Pauwstraat 55 te Delft. Moeder ging hier naar de lagere school, de Prins Willem Barentz School, ze zat er op gymnastiek en haalde er haar zwemdiploma A. Moeder was linkshandig en dat werd niet geaccepteerd dus leerde ze rechts schrijven. Het voordeel was dat ze later zowel links als rechts veel dingen samen kon doen. Moeder had mooi, dik en lang bruin haar. Toen ze haar twee lange vlechten af liet knippen werden deze verwerkt in de bles (dat is het rolletje op het hoofd van de Zeeuwse klederdracht voor de mensen die dit niet weten) van haar tante San.
<br />
In 1939 verhuisde het gezin naar Workum. Haar vader was gevraagd voor de restauratie van de Nederlandse Hervormde kerk en wildedeze opdracht graag uitvoeren. Jan de Meyer, de architect zei altijd tegen haar ouders dat hij zijn dochters moest laten studeren. Dat was niet tegen dovemans oren gezegd. Haar moeder heeft haar beide kinderen altijd gestimuleerd om dit te doen, ook al kostte dit veel geld. Moeder kwam in Workum in de zesde klas van de lagere school. Op die plek staat tegenwoordig het Jopie Huisman Museum. Het was even wennen voor de stadse zusjes in het Friese land. De kinderen<br />
spraken Fries, gelukkig leerden ze het snel en was dit probleem snel opgelost. Vervolgens ging moeder naar de HBS, de Christelijke Kopschool. In de zomer van 1945 ging de school dicht omdat er<br />
gebrek was aan brandstof. In groepjes van vier kregen ze les bij de kinderen thuis. Omdat de Duitsers sport erg belangrijk vonden, kregen ze zwemles in de trekvaart van Workum. In de oorlogsjaren heeft het gezin Zweedijk niet geleden onder voedseltekort. Er was op het platteland in Friesland genoeg eten. Op zondag luisterde het gezin in de oorlog naar Radio Oranje. De radio was verstopt in de rugholte van de divan bij hun thuis. Verschillende evacués uit het Westen werden liefdevol opgevangen bij hen in huis .
<br />
In september 1945 ging moeder naar de Christine Hermine School in Zetten. Moeder ging intern in het internaat wonen en heeft daar prachtige jaren gehad. Het was in die tijd een hele onderneming om van Zetten weer in Workum te komen met openbaar vervoer. Ze kwam alleen met de Kerst-, Paas- en grote vakanties naar huis. Over de opleiding tot huishoudkundige, N19, werd in bepaalde kringen laagdunkend gedacht. ‘Spinazie Academie’ was een term die ze niet kon waarderen. Ze behaalde haar eerste lesbevoegdheid in 1947. Als praktijkopdracht liep ze stage op vier boerderijen.
<br />
Er volgden weer twee jaren in Zetten en moeder haalde op 6 mei 1949 het diploma ‘De Akte van Bekwaamheid voor Nijverheidsonderwijs N 19’. Daar heeft ze haar hele leven veel profijt van gehad. Op 12 mei 1950 is ze gaan werken, eerst heeft ze drie dagen per week in Schoondijke lesgegeven, daarnaast gaf ze twee dagen les aan de vakschool in Goes. In 1952 werd ze gevraagd om directrice te worden in Axel, de directrice daar ging trouwen en dan stopte je als vrouw met werken. Je kunt dat in deze tijden niet meer voor stellen. Ik zeg vaak: ‘In die tijd was het bijzonder als je als vrouw<br />
werkte, nu is het bijzonder als je als vrouw niet werkt'. Tijden veranderen. Omdat de school in Axel niet zo groot was werkte ze ook nog een dag in Kruiningen. Later is ze daar volledig gaan werken.
<br />
In 1950 heeft ze ook Gerard Kole leren kennen, ze waren op de kermis en hij vroeg aan “haar moeder”: ‘Mag ik met je dochter dansen’. “Moeder”zei toen: ‘ Het is mijn nichtje, vraag het haarzelf maar’. Van het een kwam het ander en op 25 augustus 1955 zijn ze in Axel getrouwd. Op 9 november 1958 werd zoon Thijs geboren en op 26 juli 1960 dochter Janny. Moeder was vooruitstrevend, ze bleef werken na haar huwelijk en de geboorte van de kinderen. In 1957 belandde vader in het ziekenhuis voor een zware hartoperatie. Spannende tijden waren dat voor haar, gelukkig was de operatie geslaagd maar het werken daarna op kantoor lukte vader niet echt meer. In 1961 werd besloten dat moeder zou blijven werken en vader thuis zou blijven bij de kinderen. Dat was bijzonder, zelfs raar, maar zelf hebben ze er nooit moeite mee gehad en wij wisten op dat moment niet beter. Dat besef komt pas later. Wanneer moeder op school was zorgde er een kindermeisje voor ons. We konden het erg goed met haar vinden. Willie bleef tot we in 1961 naar Kruiningen verhuisden. Moeder kreeg een volle leraressenbaan aan de Prinses Beatrix school en trad op eigen verzoek weer in vaste dienst.
<br />
Mijn moeder en haar werk op school. Ze heeft genoten van deze tijd, 36 jaar heeft ze in het onderwijs gewerkt. Prachtige jaren waren dat voor haar waarin ze menig meisje heeft geleerd hoe je de huishoudelijke taken uit moet voeren en zo goed voor je gezin kon zorgen. Dat heette toen: ‘Zorg voor woning, kleding en voeding’. Stapels werkstukken nam ze mee naar huis om te corrigeren, ze maakte repetities en examenvragen. Haar motto was altijd: ‘Als je voor een dubbeltje geboren bent, moet je proberen er een kwartje van te maken.’ Ze volgde vele cursussen o.a. de cursus ‘Roldoorbreking in het onderwijs’. Sommige leerlingen werkten hier volop aan mee, maar er waren ook meisjes die zich hiertegen verzetten, dat waren voornamelijk de meisjes uit de traditionele gezinnen. Ook de ouders haalde ze over om hun dochters door te laten leren zodat ze later goed voor zichzelf en kun gezinnen konden<br />
zorgen. Onlangs zei ze nog: ‘Ik heb een mooie tijd gehad op school, toen moesten ze nog niet en wilden ze graag naar school, nu is er de plicht en is de motivatie weg’. Ze was een lieve juf maar verlangde ook dat je serieus je best deed op school. Had je een afspraak met juffrouw Kole dan wist je waar je aan toe was. Misschien op het moment zelf dacht een leerling wel eens: ‘Je bekijkt het maar’ of ‘Nu even niet’. Achteraf was de waardering groot, zo blijkt ook deze dagen.
<br />
Zowel met oud leerlingen als met oud collega’s had ze tot op hoge leeftijd regelmatig contact, het maakt niet uit waar ze woonden. Op school had ze de bijnaam ‘Skippy’, menigeen zal zich deze naam nog kunnen herinneren als ze aan mevrouw Kole denken. Deze naam had ze te danken aan haar slanke benen en het voorover wiebelen tijdens het lesgeven. Moeder heeft vele hoogtepunten gekend in haar carrière en gewerkt op de scholen in Axel, Schoondijke, Terneuzen, Kruiningen en Tholen, ook was ze bij de opening van de nieuwe school in Axel en Kruiningen. De School in Kruiningen was in 1956<br />
zelfs de modernste van Nederland.
Moeder heeft verschillende kookcursussen gegeven, was decaan en had voor iedereen zorg en aandacht. Ze deed haar werk met plezier en passie. In december 1985 is moeder gestopt als lerares. Hoge bloeddruk, de vele veranderingen in het onderwijs, fusies van kleine scholen en lesgeven aan jongens waren voor haar genoeg redenen om het stokje door te geven aan een jonger iemand. Ze heeft er nooit spijt van gehad. Op 29 april 1986 moest ze nog even terugkomen op school met een smoes. De officiële benoeming van Nel Bos tot directrice was reden voor een feestje en daar werd ze voor<br />
uitgenodigd was het verhaal. Ze was totaal overrompeld en blij verrast toen ze zelf in het zonnetje werd gezet. Moeder is benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Een grote verrassing en een hele eer maar oprecht verdiend. Ze droeg regelmatig de kleine insigne op haar kleding. Ze was er erg trots op. Na het afscheid van school hebben vader en moeder nog tot januari 1987 in Kruiningen gewoond. Aansluitend hebben ze samen nog tien jaar met veel plezier in Kapelle gewoond en samen veel beleefd. Vader is op 10 april 1997 overleden. Begin 2000 is moeder toen naar Bolsward verhuist. Eerst heeft ze in het oude Heechhout gewoond en in 2004 is ze naar het nieuwe Heechhout gegaan. ‘Ze kreeg zeshoog een prachtig appartement met het mooiste uitzicht van Bolsward’, zei haar huisarts onlangs nog tegen mij. Tot slot ging ze in oktober 2012 naar Woonzorgcentrum Huylckenstein omdat daar meer zorg was.
<br />
Moeder en de ramp van 1953: Op de bekende vraag: ‘waar was je op de dag van de watersnoodramp’ het volgende. Mijn moeder was samen met mijn vader op een feest ter gelegenheid van de 15e verjaardag van prinses Beatrix in de Korenbeurs in Kruiningen. Na afloop zouden ze op de fiets naar opoe Zweedijk in Krabbendijke. Vanwege de harde wind namen ze in plaats van de fiets een taxi en kwamen er zodoende goed aan. ’s Nachts luidden de kerkklokken en vader ging op verkenning, toen kwam het besef van een ramp die haar weerga niet zou kennen. De volgende dag kon moeder niet naar Axel, de boot voer niet. Toen ze er later wel kon komen maakten de leerlingen al baby uitzetjes voor jonge moeders. De huishoudschool in Kruiningen werd in de nacht van 1 februari totaal verwoest en evacueerde naar Wemeldinge. In 1954 werd er begonnen met de bouw van een nieuwe school en precies 3 jaar na de ramp, 1 februari 1956 vond de verhuizing plaats. Meer dan 1800 mensen zijn er tijdens die ramp verdronken. Daaronder vele bekenden maar onder de slachtoffers was geen directe familie. In ditzelfde jaar verhuisden haar ouders van Workum naar Tholen voor weer een nieuwe restauratieopdracht.
<br />
Mijn moeder als moeder: Zoals gezegd hadden Thijs en ik een bijzondere jeugd. Onze moeder werkte en was altijd bezig, actief en behulpzaam. We hadden thuis geen auto dus als we ergens naar toe gingen was dat lopend, op de fiets of met openbaar vervoer. Ze zei altijd: ‘Ik heb nooit auto leren rijden want ik zou voor elke boom stoppen om er achter te kijken, dus dat schiet niet op en daarom ben ik er maar nooit aan begonnen.’ In onze jeugd gingen we wel naar Friesland, logeren bij haar zus in Koudum. Later gingen we met georganiseerde busreizen weg. Vader mocht ook graag reizen en hij zei altijd tegen moeder: ‘Als je thuisblijft ben je toch altijd bezig dus we zoeken iets op waar jij ook iets aan hebt. Geen camping of vakantiepark, dan ben je nog niet vrij.’ Moeder was betrokken bij ons schoolleven maar liet ons vrij in onze keuzes. Zodra het behang versleten was verhuisden we en zo hebben we alle hoeken van Kruiningen wel gezien. We groeiden voorspoedig op en gingen elk onze eigen weg. Thijs is getrouwd met Marleen en heeft twee zonen, Wesley en Davy. Ik woon samen met Henk en wij hebben dochter Vera. Twee kinderen en drie kleinkinderen waar ze trots op was.
<br />
Mijn moeder was geen vrouw die klaagde. Ze heeft altijd hard gewerkt voor haar gezin en ervoor gezorgd dat we niets tekort zijn gekomen. Daarnaast was ze ook een moeder die zich hield aan de drie ‘R-en’, Rust, Reinheid en Regelmaat. Voor mij was ze een groot voorbeeld. Ik had een goede band met haar en het was fijn toen ze in 2000 in Bolsward kwam wonen. Voor Thijs lag dat anders, gelukkig was de telefoon er nog en in de beginjaren ging ze regelmatig op bezoek naar Zeeland. In 2010 is ze er voor het laatst op bezoek geweest. Moeder verbleef bij Thijs om de hoek in het verzorgingshuis. Thijs had de auto ter beschikking en bracht haar naar de vele oude bekenden waar ze nog graag een keer op bezoek wilde gaan. Wat heeft ze van die vakantie genoten, ook voor Thijs was ze weer even dichtbij. De laatste jaren heeft ze veel ingeleverd en veel van haar activiteiten moeten stopzetten omdat de gezondheid ieder jaar minder werd. In de familie was ze geliefd en<br />
betrokken, wie kreeg er geen telefoontje of kaart op zijn verjaardag. Ze ging regelmatig op bezoek en kende zodoende ook veel mensen van de koude kant. Als ze op pad ging nam ze vaak haar breiwerkje mee, stilzitten deed ze eigenlijk nooit. Het was dan ook een grote schok toen ze twee jaar geleden tegen me zei: ‘Ik heb genoeg gebreid’ en rigoureus stopte. Ze heeft nooit meer een breinaald aangeraakt Vanaf die tijd lagen haar handen steeds vaker gevouwen in haar schoot en nam ze van steeds meer activiteiten afscheid. De ene keer was het de kerk waar ze niet meer kon komen, dan weer een vereniging waar ze lid van was en zo brandde haar kaarsje steeds zwakker. Op 30 april j.l is haar zus Nel overleden, die al twee kinderen, Theo en Adriana moest missen en kleinzoon Hendrik jr. Vervolgens is ook een derde zoon van haar zus, Hendrik, onlangs op 10 mei overleden. Mijn moeder had hier ook veel verdriet van. Op 26 mei was ze zo vermoeid dat ze niet meer uit bed kon komen en afgelopen vrijdag 3 juni is ze in het bijzijn van mij, Vera en Henk ingeslapen.
<br />
Mijn moeder; nuchter, lief en op de leeftijd van 88 jaar ook heel kwetsbaar. Ze heeft voor ons de boodschap: ‘Wees lief voor elkaar, maak geen oorlog, als je ruzie hebt, spreek het uit en ga eens wat vaker bij elkaar op visite.’ Ze was klaar met haar aardse leven en zag uit naar de mooie bloementuin die haar in de hemel stond op te wachten.
<br />
‘Ik heb een mooi en rijk leven gehad. Het is mooi geweest, ik kan niet meer. Het is goed zo.’ Waren haar laatste woorden.
Geschreven door haar dochter Janny
Condoleances met het verlies van jullie moeder en oma.
Wij hebben kookles van haar gehad in de
derde klas van de MULO.
Denken daar met plezier aan terug.
Dat dit jullie tot troost mag zijn
Digna Bom, directrice Chr.School voor L.H.N.O. der ZLM "Oranjezon" te Oostkapelle 1967-1990
2016-06-14
Greet heeft veel betekend voor het (Landbouw)-huishoudonderwijs in Zeeland, met name voor de ZLM scholen.
Ze was een kanjer !
Ook na haar pensionering toonde ze een niet aflatende belangstelling voor het onderwijs, oud-leerlingen en oud-collega's.
We herdenken haar met respect..
Ook mijn Juf Kole op de Huishoud school Kruningen 1964/1965 .Heele fijne lieve Juf ,nog altijd fijne herinneringen en foto's .Herinneringen komen en gaan ,maar de mooiste blijven eeuwig voortbestaan .Dat zij ruste in vrede .
Beste familie gecondoleerd met het verlies van jullie moeder..Ik schrijf dit uit naam van mijn moeder, die inmiddels 100 jaar is, en gedurende vele jaren samengewerkt heeft met jullie moeder op de huishoudschool in Kruiningen. Zij heeft hier goede herinneringen aan.
Lieve juffrouw Koole.
Nog zie ik u gaan, door de gangen van de huishoudschool, waar ik op zat van 1974 tot 1978. Ik kreeg, met mijn klas, ook les van u. Toen waren we pubermeiden, wat een moeilijke leeftijd is. U was altijd een lieve vrouw, al zagen we dat toen niet altijd. Maar ik heb aan u hele goede en warme herinneringen. Lieve juffrouw Koole, rust zacht. Dat de engelen u mogen begeleiden naar het paradijs.
Lieve Greet,
De samenwerking met jou - in de periode 1968-1986 aan de “Prinses Beatrix School” te Kruiningen - blijft voor mij een fijne herinnering. In mijn gedachten blijf je voortleven als een zeer betrokken- en ijverige collega, die ten alle tijde klaar stond voor anderen. Niemand deed ooit te vergeefs een beroep op je.
Ook je overige bijdrage aan de samenleving en de daarvoor ontvangen Ridderorde was zeer terecht.
Ik zal je blijven gedenken.
Hennie Beket-Brouwer
Wij, familie de Rooij vonden het altijd zo attent wanneer u ons met onze verjaardag belde. U zat altijd vol met verhalen die u dan wilde delen. Wij zullen uw telefoontjes gaan missen en hebben u voor altijd in onze harten gesloten.
Elke dag lees ik de rouwadvertenties, tja in je leven gaan er velen.
En nu is het de beurt aan mijn juf koken en huishoudkunde, ik was leerling van Mevr Koole in de jaren 1977-1981 op de ZLM huishoudschool in Kruiningen.
Een vlek in een of ander moeilijke stof of materiaal juf leerde het ons, doormiddel van zelf mee te brengen kleding of andere materialen.
We leerden koken zodat alles op dezelfde tijd geserveerd kon worden en ook nog warm was, we leerden schoonmaken en poetsen, juf was altijd druk met de schoolwas en ons leren een "goede" huisvrouw te worden.
Eén schooljaar was zij onze klassejuf en hadden we bij haar ons sinterklaas feest, ik herinner me nog de grote speculaas poppen die we toen te snoepen kregen, en de gezelligheid van met zijn allen de surprises uitpakken juf had zelf chocolade melk gekookt uiteraard, anders kon dat toch niet, uit een fles of pak, was minder lekker.
Wens de familie troost toe om de lege plek te leren accepteren.
Lieve familie,
Wij, mijn vrouw Maria en ik, bewaren goede herinneringen aan het bezoek samen met onze moeder (Ans Lindenberg-Schmidt) in 2011 aan Gretha. Ze omringde ons met hartelijkheid, gastvrijheid en warmte.
Wat ik me ook nog goed herinner is, dat haar man Gerard altijd vertelde dat hij stickers spaarde en of we dan aan hem wilden denken.
Moeder, Ans Lindenbergh-Schmidt, is in oktober 2015 overleden en wellicht zal zij jullie moeder ontmoeten in het hiernamaals.
We zullen deze dagen een kaars voor jullie moeder branden ter nagedachtenis.
Een warme hartengroet van
Chris Lindenbergh en Maria van der Mark.
Lijfelijk ben je er niet meer, maar in mijn hart, in mijn doen en in mijn laten, zul je er altijd zijn. Je leeft, zolang er aan je gedacht wordt, zegt men wel eens. Oma, ik beloof je, je zult nog jaren leven!
Het bericht van het overlijden van jullie lieve(schoon)Moeder en Oma kwam voor mij toch onverwachts. Onze oprechte deelneming. Ik ben een leerling van haar. Wat was ze een lieve juffrouw en altijd behulpzaam. Heb heel goede herinneringen aan haar. Wens jullie heel veel sterkte en kracht toe. Het zal heel stil zijn zonder haar. Maar de herinneringen zijn er en die blijven. Denk aan jullie . Xx
Vandaag las ik in de krant het overlijden van jullie lieve moeder. Jullie zullen haar missen, zo'n lief mens, zo zal ze in mijn gedachten ook blijven voortleven. Ik wens jullie heel veel sterkte met het verwerken van dit verlies. Ik ben er van overtuigd dat het leven van de ziel en de geest na dit leven verder gaat, gevoelens en gedachten zijn blijvend, laat dit een troost zijn voor jullie. De band van liefde tussen jullie en jullie lieve moeder is blijvend, dat kan niet anders. Hartegroet, Adriana Biesbroeck